Ventilo-convectoren - Verwarming in drie zones
Use case
Je klant zal de ventilo-convectoren gebruiken om de ruimtes in de woning te verwarmen.
In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat drie zones (ruimtes) aangestuurd moeten worden.
In dit voorbeeld is er één ventilo-convector in elke zone.
Elke zone is uitgerust met een zoneventiel dat wordt aangestuurd door een thermostaat.
Wanneer de zonethermostaat vraagt om te verwarmen, zal de ventilator van de ventilo-convector automatisch ingesteld worden op 60%.
De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld als er geen verwarming gevraagd wordt.
Je klant wil de snelheid van de ventilator in de ventilo-convectoren handmatig aansturen met de Niko Home app:
laag (30%)
gemiddeld (60%)
hoog (100%)
boost (100% gedurende 15 minuten, verlaag vervolgens naar 60%)
Als thermostaat kun je gebruikmaken van drukknoppen met led(s) en comfortsensoren of Digital black 24v.
Deze procedure is gebaseerd op Niko Home Control programmeersoftware versie 2.22 of recenter.
Procedure
De bedieningen en toestellen creëren
Creëer de thermostaten (THT1 tot THT3).
Creëer de zoneventielen (VALVE1 tot VALVE3).
Creëer een verwarmingssysteem (H/C1).
Creëer de analoge outputs (OUT1 tot OUT3) om de ventilatoren aan te sturen.

De routine creëren
Creëer een routine Verwarmen/koelen per kring (ROUT1). Gebruik het volgende gedrag:
Selecteer het verwarmingssysteem (H/C1).
Bepaal de verwarmingszones. Combineer de juiste thermostaat met het corresponderende zoneventiel (THT1 en VALVE1, THT2 en VALVE2, ...)1

De routines creëren
In Z1,
Creëer een routine Sfeer (ROUT2) om de ventilatiesnelheid 'laag' in te stellen. Gebruik het volgende gedrag:
Selecteer het toestel dat tot de routine behoort: analoge output OUT1
Stel het parameterniveau in op 30%
Creëer een routine Sfeer (ROUT3) om de ventilatiesnelheid 'gemiddeld' in te stellen. Gebruik het volgende gedrag:
Selecteer het toestel dat tot de routine behoort: analoge output OUT1
Stel het parameterniveau in op 60%
Creëer een routine Sfeer (ROUT4) om de ventilatiesnelheid 'hoog' in te stellen. Gebruik het volgende gedrag:
Selecteer het toestel dat tot de routine behoort: analoge output OUT1
Stel het parameterniveau in op 'Aan'
Creëer een Routine op maat (ROUT5) om de ventilatiesnelheid 'boost' in te stellen. Na 15 minuten wordt de ventilatie ingesteld op 'gemiddeld'. Gebruik het volgende gedrag:
Toestel dat tot de routine behoort: analoge output OUT1
Startgedrag: OUT1: Niveau = Aan, Dimtijd = 1 s, Vertraging = 0 s
Stopgedrag: OUT1: Niveau = 60%, Dimtijd = 1 s, Vertraging = 0 s
Vink "Stop deze routine automatisch ..." aan en stel de periode in op 15 minuten.

Volg in Z2 en Z3 de bovenstaande stappen maar gebruik de gegevens in de onderstaande tabel.
Type routine | In Z2 | In Z3 |
---|---|---|
Sfeer | ROUT6, ROUT7 en ROUT8 met OUT2 | ROUT10, ROUT11 en ROUT12 met OUT3 |
Routine op maat | ROUT9 met OUT2 | ROUT13 met OUT3 |
De voorwaarden creëren
Als verwarming in een zone nodig is, gaat er 230 V naar het zoneventiel, worden de ventilatoren ontgrendeld en wordt de ventilatiesnelheid ingesteld op 60%.
Als verwarming in een zone niet meer nodig is, gaat er geen 230 V meer naar het zoneventiel en worden de ventilatoren vergrendeld en gestopt.
Creëer in Z1 een voorwaarde (COND1) om de ventilatoren aan te sturen. Gebruik de volgende logica:
IF Valve1= Open
THEN
OUT1: Niveau = Ontgrendeld, Vertraging = 0 s
OUT1: Niveau = 60%, Dimtijd = 1 s, Vertraging = 0,1 sELSE
OUT1: Niveau = Uit, Dimtijd = 1 s, Vertraging = 0 s
OUT1: Niveau = Vergrendeld, Vertraging = 0,1 s

Volg in Z2 en Z3 de bovenstaande stappen maar gebruik de gegevens in de onderstaande tabel.
De kast vullen en de toestellen adresseren
Je kan maximaal vier zoneventielen toewijzen aan een verwarmings- of koelingsmodule 4E.
Contact 5 van die module is een vraagcontact of een H/C-contact.
Vul de kast met ... | en adresseer de volgende toestellen ... |
---|---|
een verwarmings- of koelingsmodule 4E (MOD1) |
|
een analoge stuurmodule 0-10 V 2U (MOD2) | de analoge outputs OUT1 tot OUT3. |
(*) Dit contact sluit wanneer een van de thermostaten verwarming vraagt en opent wanneer geen enkele thermostaat verwarming vraagt.
Afhankelijk van het ontwerp van het verwarmingssysteem moet dit contact mogelijk niet aangesloten worden op het verwarmingssysteem.
Voorbeeld
Klik hier om het programmeervoorbeeld te downloaden.
(FPE_024_222_1.nhc2 file)
Bekabelingsschema
