Gebruik overtollige elektriciteit voor de airconditioning

Procedure

De bedieningen en toestellen creëren

1. Creëer elke binnenunit die je individueel wil aansturen. 
   In dit voorbeeld sturen we 2 binnenunits aan
   Creëer airco1 als 'generieke verwarmingsbediening' (AIRCO1)
   Creëer airco2 als 'generieke verwarmingsbediening' (AIRCO2)

2. Creëer evenveel virtuele toestellen als het aantal binnenunits dat je wil aansturen. 
   Creëer virtueel toestel 1 (VIRT1)
   Creëer virtueel toestel 2 (VIRT2)

3. Creëer een virtueel toestel (VIRT3) 
   Met dit virtuele toestel kun je bepalen of de airco's aangestuurd kunnen worden door de solar mode of niet. 
   
   

De routine(s) en actie(s) creëren

1. Creëer de routine Solar mode (ROUT1). 
   Stel het volgende gedrag in:
   Selecteer toestellen die geactiveerd moeten worden in solar mode= 
   VIRT1
   VIRT2

2. Creëer een basisactie "zonnesturing voor airconditioning" (BASIC1) om virtueel toestel3 (VIRT3) aan te sturen. 
   
   

De voorwaarden creëren

Om de informatie van solar mode en basisactie te combineren voor de sturing van de airco, creëren we een voorwaarde per binnenunit:

1. Creëer een voorwaarde (COND1) om AIRCO1 aan te sturen:
   IF VIRT1= true EN VIRT3= true 
   THEN AIRCO1: status = aan
   ELSE AIRCO1: status = uit

2. Creëer een voorwaarde (COND1) om AIRCO2 aan te sturen:
   IF VIRT2= true EN VIRT3= true 
   THEN AIRCO2: status = aan
   ELSE AIRCO2: status = uit
   
   

Niet elk type generieke verwarming biedt dezelfde opties aan voor 'status'.
Kies de meest geschikte status voor het partnersysteem van de klant.