Eén drukknop gebruiken om meer dan 2 verschillende sferen te creëren
Use case
Je klant wil 3 verschillende sferen creëren die bediend worden met de eerste knop van een tweevoudige drukknop (met leds).
Drukken | Sfeer |
---|---|
Eerste keer drukken | Sfeer 1 = alle verlichting deactiveren. |
Tweede keer drukken | Sfeer 2 = alle verlichting activeren. |
Derde keer drukken | Sfeer 3 = slechts één lamp activeren. |
Vierde keer drukken | = Sfeer 1 |
Het enige verschil met een sfeerbediening is dat je geen specifieke sfeer kunt selecteren. Je moet (in één richting) scrollen tussen de verschillende sferen.
Procedure
De bedieningen en toestellen creëren
- Creëer een tweevoudige drukknop met leds (PB1).
- Creëer de virtuele toestellen (VIRT1 tot VIRT3):
- VIRT1: virtueel toestel bediend met PB1
- VIRT2 en VIRT3: om de 3 combinaties voor de 3 sferen te maken
- Creëer de verlichting (LAMP1 en LAMP2).
De routine creëren
Creëer een routine op maat (ROUT1) om VIRT1 te activeren met de eerste knop van PB1. Gebruik het volgende gedrag:
- Bediening die de routine inschakelt: knop 1 van de drukknop (PB1).
- Toestellen die deel uitmaken van de routine: VIRT1
- Startgedrag: VIRT1: Waarde = waar, Vertraging = 0 s
- Stopgedrag: laat leeg
De voorwaarden creëren
Creëer 3 voorwaarden die bij elke druk op de knop (PB1) de geprogrammeerde sfeer controleren en schakelen naar de volgende sfeer.
- Creëer een voorwaarde (COND1) voor de eerste druk op PB1 (VIRT1). Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT1: Waarde = waar) en (VIRT2: Waarde = onwaar) en (VIRT3: Waarde = onwaar)
- THEN (ROUT1: Starters = deactiveren) en (VIRT1: Waarde = onwaar) en (VIRT2: Waarde = waar)
en (VIRT3: Waarde = onwaar) - ELSE laat leeg
- Creëer een voorwaarde (COND2) voor de tweede druk op PB1 (VIRT2). Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT1: Waarde = waar) en (VIRT2: Waarde = waar) en (VIRT3: Waarde = onwaar)
- THEN (ROUT1: Starters = deactiveren) en (VIRT1: Waarde = onwaar) en (VIRT2: Waarde = onwaar)
en (VIRT3: Waarde = waar) - ELSE laat leeg
- Creëer een voorwaarde (COND3) voor de derde druk op PB1. Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT1: Waarde = waar) en (VIRT2: Waarde = onwaar) en (VIRT3: Waarde = waar)
- THEN (ROUT1: Starters = deactiveren) en (VIRT1: Waarde = onwaar) en (VIRT2: Waarde = onwaar)
en (VIRT3: Waarde = waar) - ELSE laat leeg
Creëer 3 voorwaarden voor de sferen die VIRT2 en VIRT3 gebruiken.
- Creëer een voorwaarde (COND4) voor het deactiveren van alle verlichting. Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT2: Waarde = onwaar) en (VIRT3: Waarde = onwaar)
- THEN (LAMP1: Waarde = uit) en (LAMP2: Waarde = uit)
- ELSE laat leeg
- Creëer een voorwaarde (COND5) voor het activeren van alle verlichting. Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT2: Waarde = waar) en (VIRT3: Waarde = onwaar)
- THEN (LAMP1: Waarde = aan) en (LAMP2: Waarde = aan)
- ELSE laat leeg
- Creëer een voorwaarde (COND6) voor het activeren van alle verlichting. Gebruik de volgende logica:
- IF (VIRT2: Waarde = onwaar) en (VIRT3: Waarde = waar)
- THEN (LAMP1: Waarde = uit) en (LAMP2: Waarde = aan)
- ELSE laat leeg
De kast vullen en de toestellen adresseren
Vul de kast met ... | en adresseer de volgende toestellen ... |
---|---|
een schakelmodule (3x) 2U (MOD1) |
|
Voorbeeld
Klik hier om het programmeervoorbeeld (nhc2-bestand) te downloaden.