Koppeling en adressering met de Niko Home Control II programmeersoftware
Startpunt
De draadloze slimme hub staat aan.
Bij het Danfoss Icon1-systeem: De led op de Danfoss Icon Zigbee®-module staat uit. Indien niet, zie Ledgedrag.
Bij het Danfoss Icon2-systeem: Het Danfoss Icon2-systeem is volledig geïnstalleerd en geconfigureerd.
Je hebt de Danfoss-thermostaten aangemaakt als generieke verwarmingstoestellen in de Niko Home Control programmeersoftware.
Je bevindt je in het overzichtsvenster Adresseren.

Procedure
Raadpleeg de Probleemoplossing als je problemen ondervindt tijdens de adressering.
Koppeling van het Danfoss Icon-systeem met de draadloze slimme hub
Tijdens de koppeling verandert het scherm 'Adresseren' in de Niko Home Control programmeersoftware niet.
Raadpleeg Ledgedrag tijdens Zigbee-koppeling als de led anders werkt dan hieronder beschreven wordt.
Danfoss Icon1 Zigbee-module | Danfoss Icon2 (geïntegreerde Zigbee-interface) |
|---|---|
![]() | |
![]() ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() |
![]() |
Het overzichtsvenster Adresseren in de Niko Home Control programmeersoftware verandert niet. ![]() | |
Adressering van de Danfoss-thermostaten
Als je de adressering van de Danfoss-thermostaten onderbreekt, kun je op elk moment terug verdergaan door het overzichtsvenster Adresseren - Bedieningen en toestellen - opnieuw te openen in de Niko Home Control programmeersoftware. Het Danfoss Icon-systeem en de draadloze slimme hub blijven gekoppeld.
Je adresseert de Danfoss-thermostaten na elkaar. Het is niet mogelijk om meerdere thermostaten op hetzelfde moment te adresseren.
Voor elke Danfoss thermostaat in je installatie:
1. Klik op het plusteken van het Danfoss-toestel dat je wilt adresseren.

2. Verander de ingestelde temperatuur op de Danfoss-thermostaat. Het toestel is geadresseerd in de software.








