Skip to main content
Skip table of contents

Meetmodules elektriciteit

Beschrijving

De meetmodule elektriciteit is verkrijgbaar met een of drie kanalen en wordt gebruikt om het
verbruik of de productie te meten op een of meerdere schakelkringen of fasen.
Typische toepassingen voor deze modules:

  • meten van het totale verbruik van de woning die aangesloten is op een eenfasig net.
  • meten van het totale verbruik van de woning die aangesloten is op een driefasig net 3P+N (400 Vac) of 3P (3 x 230 Vac)

  • meten van de productie van fotovoltaïsche zonnepanelen.
  • meten van het verbruik van specifieke kringen zoals de bovenverdieping van een woning.
  • meten van zware verbruikers.

Overzicht

Bediening

Via de bijgeleverde stroomklemmen meet de meetmodule de stroom door één of meerdere geleiders. Via de aansluitklemmen meet de module de spanning van de fase waarop gemeten wordt. Doordat je zowel stroom als spanning meet, krijg je een accurate meting.
Alle gemeten waarden worden naar de Niko Home Control installatie gestuurd en bewaard op je connected controller. Zo krijg je inzicht in je totale elektriciteitsverbruik en de elektriciteitsproductie. Het totale elektriciteitsverbruik en eventueel ook de elektriciteitsproductie verschijnt op het ecodisplay. Via het touchscreen, een smartphone of de Niko Home Control energiesoftware kan de bewoner hiervan een gedetailleerd overzicht krijgen.


  • De meetmodule mag niet gebruikt worden voor facturatiedoeleinden. De enige geldige meterstand is deze van de nutsmaatschappij. Het verbruik dat de meetmodule registreert, mag louter voor informatieve doeleinden gebruikt worden.
  • De meetmodule is niet geschikt om een gelijkstroomcomponent te meten.
  • Om een accurate meting te verzekeren, mag de aansluitdraad van de stroomklemmen niet verlengd of ingekort worden.


De juiste meetmodule kiezen

Op basis van het aantal en het type kanalen dat je wilt meten,
kies je een meetmodule elektriciteit met één kanaal of een meetmodule elektriciteit met drie kanalen. Als de elektriciteitsmeter voorzien is van een
pulsuitgang, kan het elektriciteitsverbruik ook gemeten worden via pulstelling. Zie Pulsteller.

Per installatie kun je maximaal 20 kanalen meten.

De meetmodule elektriciteit met drie kanalen kun je gebruiken om:

  • een driefasige aansluiting (3N 400 Vac) te meten.
  • drie aparte schakelkringen (1 x 230 Vac) te meten.

Via de programmeersoftware stel je in hoe de meetmodule elektriciteit met drie kanalen werkt.
Gebruik volgende tabel om je keuze te maken:

Benodigdheden voor het meten van het totale

verbruik en de totale productie

Meetmodule elektriciteit

met één kanaal

Meetmodule elektriciteit met

drie kanalen

Eenfasige aansluiting1-

Eenfasige aansluiting met
zonnepanelen*

Minimaal 21
Driefasige aansluiting

-

1

Driefasige aansluiting
met eenfasige zonnepanelen

11

Eenfasige aansluiting met driefasige
zonnepanelen

-2


* De meetgegevens worden opgeslagen in het geheugen van de connected controller.

Installatie

Bekabelingsschema's voor meetmodules met één kanaal

Dit product moet beveiligd worden met een vermogenschakelaar van max. 16 A in de zekeringkast. De nominale waarde van de vermogenschakelaar is beperkt door nationale regelgeving voor installaties.


Doel*Bekabelingsschema
Totaal verbruik van de installatie meten
De hoeveelheid zonne-energie meten die je zonnepanelen, batterij of hybride omvormer leveren


Eén of meerdere schakelkringen meten

*Meetgegevens alleen voor informatieve doeleinden, niet geldig voor facturatie.

Bekabelingsschema's voor meetmodules met drie kanalen

Dit product moet beveiligd worden met een vermogenschakelaar van max. 16 A in de zekeringkast. De nominale waarde van de vermogenschakelaar is beperkt door nationale regelgeving voor installaties.

Doel*Bekabelingsschema
Totaal verbruik op een aansluiting van 3N 400 Vac meten
Totaal verbruik op een aansluiting van 3P (3 x 230 Vac) meten
Drie afzonderlijke kringen meten


*Meetgegevens alleen voor informatieve doeleinden, niet geldig voor facturatie.


Meetmodules installeren

Volg de onderstaande stappen om de meetmodule elektriciteit te installeren:

  • De installatie mag niet onder netspanning staan.
  • De stroom en de spanning moeten altijd op dezelfde fase worden gemeten.
  • De kabel van de bijgeleverde stroomklem is gekalibreerd. Maak hem niet korter of langer.
  1. Klik de meetmodule op een DIN-rail.
  2. Klik de stroomklem rond de geleider(s) van de schakelkring of -kringen waarvan je het verbruik of de productie wilt meten.

    • De L-zijde van de stroomklem moet van de hoofdteller weg wijzen. De K-zijde moet naar de hoofdteller toe wijzen.
    • Het pijltje op de stroomklem moet van de hoofdteller weg wijzen. Als je echter de hoeveelheid zonne-energie wil meten die je zonnepanelen, batterij of hybride omvormer leveren, moet het pijltje van de omvormer weg wijzen.

    Met één stroomklem kun je op dezelfde fase meerdere schakelkringen meten. Je kunt de stroomklem aanbrengen rond verschillende geleiders.

    Houd hierbij rekening met de stroomzin.
  3. Sluit de draden van de stroomklem aan op de +/- schroefklemmen van de meetmodule. Let op de polariteit: verbind de rode draad met de + schroefklem en de zwarte met de - schroefklem.
  4. Sluit de schakelkring(en) aan op de L/N-schroefklemmen van de meetmodule. Als je het verbruik of de productie van meerdere schakelkringen op dezelfde fase wilt meten, hoef je maar één van de schakelkringen aan te sluiten op de module.
  5. Verbind de meetmodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de meetmodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.

Het verwisselen van:

  • de L/N-schroefklemmen op de meetmodule, of
  • de +/- schroefklemmen van de stroomklem, of
  • de L- en K-zijde van de stroomklem

brengt geen schade toe aan de meetmodule of de installatie. Het gevolg is wel dat het teken van de gemeten waarde omkeert, waardoor grafieken fout kunnen worden weergegeven.
Bij correcte aansluiting wordt het verbruik altijd positief weergegeven en de opbrengst (bijv. actieve zonnepanelen) altijd negatief. Je kunt dit controleren op het ecodisplay of het touchscreen


Meetmodules programmeren

In de programmeersoftware kun je de munteenheid instellen: EUR, GBP of SEK. Per kanaal kun je
volgende instellingen ingeven:

  • naam van een kanaal.
  • eenfasig of driefasig gebruik.
  • type kanaal: globaal (teller nutsmaatschappij), submeting verbruik, submeting opgewekte elektriciteit


  • Als de spanning aan de voeding van de Niko Home Control installatie onderbroken wordt, worden geen gegevens meer gelogd, zelfs niet als er nog verbruik of productie is op de gemeten schakelkringen.
  • Je verliest alle gegevens voor een kanaal als je in de programmeersoftware:
    • het kanaal verwijdert.
    • het energietype (elektriciteit/gas/water) wijzigt.
    • het type meting wijzigt.
    • het type belasting wijzigt.


Foutcodes

Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.


LEDACTIEFOUTMOGELIJKE OORZAKEN
STATUS-led

Knippert met één puls per twee
seconden.

Softwarefout

Verkeerde softwareversie.*
*Download de laatste versie van de software
op de Niko website en voer een upgrade uit van de
module.

KANAAL-ledKnippert snel.Modulefout

De module is defect.
Er staat geen spanning op de
L/N-schroefklemmen.


Technische gegevens

Meetmodule elektriciteit met één kanaal

  • meetbereik met bijgeleverde stroomklem: 5 - 11490 W, 22 mA – 63 A
  • meetbereik met stroomklem 550-00809: 90 - 27600 W, 400 mA – 120 A
  • voedingsspanning: 230 Vac
  • 1 stroomklem (bijgeleverd)
  • nauwkeurigheid: IEC62053-21 klasse 1 (R), klasse 2 (L)
  • eenfasige aansluiting: 230 Vac, 50 Hz
  • maximale kabeldikte voor de meegeleverde stroomklem: 1 x 10 mm² of 6 x 2,5 mm² of 9 x 1,5 mm²
  • maximale kabeldikte voor stroomklem 550-00809: 4 x 10 mm² of 12 x 2,5 mm² of 20 x 1,5 mm²
  • lengte van de aansluitkabel aan de stroomklem: 100 cm
  • niet geschikt om gelijkstroomcomponenten te meten
  • meetgegevens alleen voor informatieve doeleinden, niet geldig voor facturatie
  • 4 schroefklemmen om de spanning van de aangesloten schakelkring te meten
  • 2 schroefklemmen om de bijgeleverde stroomklem aan te sluiten
  • schuifbrug voor verbinding naar de volgende module op de DIN-rail
  • afmetingen: DIN 2E
  • CE-gemarkeerd
  • omgevingstemperatuur: 0 - 45 °C

Meetmodule elektriciteit met drie kanalen

  • meetbereik met de bijgeleverde stroomklemmen: 5 - 14490 W, 22 mA – 63 A
  • meetbereik met stroomklem 550-00809: 90 -27600 W, 400 mA – 120 A
  • maximaal meetbereik van de totale meetmodule: 32768 W
  • voedingsspanning: 230 Vac
  • 3 stroomklemmen (bijgeleverd)
  • nauwkeurigheid: IEC62053-21 klasse 1 (R), klasse 2 (L)
    Van toepassing op 3P+N (400 Vac), 50 Hz en een eenfasig net (230 Vac), 50 Hz.
    Driefasig net: 3P (3 x 230 Vac), 50 Hz, mogelijk lagere meetnauwkeurigheid dan wanneer je twee meetklemmen gebruikt
  • aansluiting:
    - driefasig: 3P+N (400 Vac), 50 Hz
    - driefasig: 3P (3 x 230 Vac), 50 Hz
    - eenfasig: drie schakelkringen van 230 Vac, 50 Hz
  • maximale kabeldikte voor de meegeleverde stroomklemmen: 1 x 10 mm² of 6 x 2,5 mm² of 9 x 1,5 mm²
  • maximale kabeldikte voor stroomklem 550-00809: 4 x 10 mm² of 12 x 12,5 mm² of 20 x 1,5 mm²
  • lengte van de aansluitkabel aan elke stroomklem: 100 cm
  • niet geschikt om gelijkstroomcomponenten te meten
  • meetgegevens alleen voor informatieve doeleinden, niet geldig voor facturatie
  • 3 x 2 schroefklemmen om de spanning van de aangesloten schalekringen te meten
  • 3 x 2 schroefklemmen om de bijgeleverde stroomklemmen aan te sluiten
  • schuifbrug voor verbinding naar de volgende module op de DIN-rail
  • afmetingen: DIN 4E
  • CE-gemarkeerd
  • omgevingstemperatuur: 0 – 45 °C


Stroomklem 120 A


  • breidt het meetbereik van de meetmodules uit tot 90 -27600 W, 400 mA – 120 A per kanaal
  • type stroomklem specificeren tijdens programmering
  • kan tot ± 100 keer worden vergrendeld/ontgrendeld
  • lengte van de aansluitkabel aan de stroomklem: 100 cm (mag niet worden verkort of verlengd)
  • maximale kabeldikte voor de stroomklem: 4 x10 mm² of 12 x 12,5 mm² of 20 x 1,5 mm²
  • nauwkeurigheid: IEC 62053-21 klasse 1 (R), klasse 2 (L)
  • minimale isolatieweerstand: 100 MΩ (tussen kern en uitgangsklemmen)
  • gewicht: 75 g
  • omgevingstemperatuur: -20 – 50 °C
  • afmetingen: 55 x 29,5 x 31 mm (HxBxD)
  • CE-gemarkeerd
JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.