Skip to main content
Skip table of contents

Werken met de knop Bediening

  1. Druk op de knop Bediening 
    .
    Het bedieningsscherm verschijnt en toont een lijst met alle ruimtes in je installatie. De volgorde in deze lijst is bepaald door de volgorde die is ingesteld in de programmeersoftware. Daar kun je er ook voor kiezen om bepaalde ruimtes of acties niet weer te geven.
  2. Druk op het icoon van de ruimte waarvan je de beschikbare acties/spelers wilt raadplegen.
    Je krijgt alle spelers/acties die beschikbaar zijn in deze ruimte te zien. Als je op de iconen van meerdere ruimtes drukt, wordt de lijst langer. Druk je nogmaals op een ruimte, dan verdwijnt de lijst.
  3. Druk op het icoon van de actie/speler die je wilt bedienen.
    Het icoon geeft je de nodige feedback over de status van deze actie/speler. Bij bepaalde acties zal een extra scherm verschijnen, waarin je specifiekere instellingen kunt toepassen. Wanneer je een andere actie opent, zal dit extra scherm sluiten.

In het volgende hoofdstuk geven we een overzicht van de verschillende types acties en hun gedrag.

Bediening van de acties

1. Actie starten/stoppen

Wanneer een actie een start- en stopgedrag heeft (aan/uit), kun je deze starten door op het icoon te drukken. Druk nogmaals op het icoon om de actie te stoppen.

Is het icoon...dan is de actie...Icoon
grijs,niet actief.

geel,actief.

2. Sfeerbediening

Druk op het icoon van de sfeer om deze te activeren. Het icoon van de actieve sfeer krijgt een andere kleur.

Om de sfeer te deactiveren moet je in dezelfde ruimte een andere sfeer activeren, of alle gekoppelde spelers uitschakelen.

3. Dimbediening

De kleur van het icoon van de dimbediening toont de toestand van de lamp. .

Is de kleur van het icoon...dan...Icoon
lichtgeel,brandt de lamp op een laag percentage van de maximale capaciteit.

donkergeel,brandt de lamp op een hoog percentage van de maximale capaciteit.

grijs,is de dimbare lamp uitgeshakeld.

Druk op het icoon van de dimbediening om de lichtsterkte in te stellen. Er verschijnt een scherm waarin je met een schuifregelaar de lamp meer of minder kunt dimmen.

Druk op de aan-uitknop om de lamp aan te zetten of uit te schakelen.

Het gedrag van de dimbediening zal anders zijn als de geheugenfunctie bij het aanmaken in de programmeersoftware werd geactiveerd.

Is de geheugenfucntie van de dimbediening...dan...
actief,brandt de lamp nadat ze wordt uitgeschakeld en terug aangeschakeld, op het laatst gekende lichtintesiteit.
niet actief,brandt de lamp nadat ze wordt uitgeschakeld en terug aangeschakeld, met de maxiamale lichtintensiteit.

4. Ventilatiebediening

Je kunt een ventilatiesysteem nooit uitschakelen. Het is steeds actief (minimaal op de laagste stand).

Het icoon is altijd paars.

Druk op het icoon van de ventilatiebediening om de ventilatiestand te wijzigen. Er verschijnt een scherm waarin je kunt kiezen tussen laag, midden, hoog en boost. Het symbool in het icoon van het ventilatiesysteem toont welke stand actief is.

Actieve standIcoon
laag

midden

hoog

boost


Kies je voor boost, dan zal het ventilatiesysteem gedurende een bepaalde tijd (ingesteld in de programmeersoftware) op zijn maximale capaciteit werken. Nadat deze ingestelde tijd is verstreken, zal het ventilatiesysteem automatisch overschakelen naar de stand die het had vóór het activeren van de booststand.

5. Rolluikbediening

De kleur van het icoon van de rolluikbediening toont de toestand van het rolluik.

Is de kleur van het icoon...dan is het rolluik...Icoon
lichtpaars,volledig geopend.

donkerpaars,op een hoog percentage van de capaciteit.

grijs,uitgeschakeld.


Druk op het icoon van de rolluikbediening om de rolluiken te openen of te sluiten. Er verschijnt een scherm waarin je met een schuifregelaar de rolluiken kunt openen of sluiten.

Druk op de knoppen Openen en Sluiten om de rolluiken volledig te openen of te sluiten.

6. Jaloeziebediening

Je bedient een jaloezie op dezelfde manier als een rolluik. Alleen het icoon verschilt.

7. Zonweringbediening

Je bedient een zonwering op dezelfde manier als een rolluik. Alleen het icoon verschilt.

8. Thermostaat

Op het touchscreen kun je de programmering van de thermostaat niet aanpassen. Dat doe je op de thermostaat zelf.

De thermostaten worden weergegeven als een actie. De temperatuur in het icoon is de actuele temperatuur. De temperatuur in het kleine cirkeltje is de gevraagde temperatuur

Is de kleur van de gewenste temperatuur…

dan ligt de gewenste temperatuur…

Icoon

rood,

hoger dan de actuele temperatuur.

blauw,

lager dan de actuele temperatuur.

Druk op het icoon van de thermostaat. Er verschijnt een scherm waarin je de voorgeprogrammeerde temperatuur tijdelijk (= tot de volgende start van de cyclus) kunt opheffen of een ander thermostaatprogramma  kunt kiezen.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.