Ventilatiemodule
Beschrijving
De ventilatiemodule stuurt het centrale ventilatiesysteem aan via de Niko Home Control installatie. Ze is geschikt voor type C (systeem met mechanische afvoer) of type D (systeem met mechanische toevoer en afvoer met warmterecuperatie).
Je sluit dit ventilatiesysteem op deze module aan, in plaats van op de drie- of vierstandenschakelaar die bij het systeem bijgeleverd is. Sommige ventilatiesystemen beschikken over een afzonderlijk verkrijgbare module om het systeem aan te sturen met een domoticasysteem.
Overzicht
Werking
Het bussignaal van de controller activeert één van de outputs van de ventilatiemodule. Elke output komt overeen met één stand van de ventilatie-eenheid: laag (eco), normaal of hoog. Je kunt de outputs ook manueel activeren met de knoppen op de ventilatiemodule. Let erop dat deze activering tijdelijk is want dit wordt overschreven bij de eerstvolgende buscommunicatie.
Outputs activeren of deactiveren gebeurt via energiezuinige bistabiele relais in de module.
Installatie
Contacteer de HVAC-installateur voordat je met de installatie begint. Voor een goede regeling kun je ook informatie inwinnen bij de fabrikant van dergelijke systemen.
Aansluitschema
Om de module te installeren:
- De installatie mag niet onder netspanning staan.
- Raadpleeg de handleiding van de ventilatie-eenheid om te zien of je deze moet aansluiten met twee of drie stuurdraden.
Er zijn doorgaans twee verschillende manieren om een ventilatie-eenheid aan te sturen:
- Bij een tweedraadsaansturing wordt de common van de eenheid geschakeld tussen twee stuurdraden. Als er geen stuurdraad aangestuurd wordt, werkt hij in zijn laagste stand.*
- Bij een driedraadsaansturing wordt de common van de eenheid geschakeld tussen drie stuurdraden. Elk van de stuurdraden komt overeen met één bepaalde ventilatiestand.
Ventilatiestand | Driedraads | Tweedraads |
laag (eco) | contact 1 | * |
normaal | contact 2 | contact 2 |
hoog | contact 3 | contact 3 |
1 Klik de module op een DIN-rail.
2 Sluit de ventilatiestand laag (eco) aan op schroefklem 1’ (enkel voor driedraadssystemen), normaal op schroefklem 2’ en hoog op schroefklem 3’.
3 Sluit de common van de ventilatie-eenheid aan op de L-schroefklemmen.
4 Verbind de ventilatiemodule met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de ventilatiemodule. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
De ventilatiemodule programmeren
In de programmeersoftware bepaal je wanneer en hoe lang de ventilatie in de stand laag (eco), normaal of hoog werkt. Hier stel je ook in hoe lang de hoogste stand geactiveerd wordt met de boostfunctie. Verder kun je de ventilatiesturing opnemen in andere Niko Home Control functies zoals de ecofunctie of kalendergestuurde functies.
Foutcodes
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.
LED | ACTIE | FOUT | MOGELIJKE OPLOSSINGEN |
STATUS-led | Knippert met één puls per twee seconden. | Softwarefout | Verkeerde softwareversie.* *Download de laatste versie van de software op de Niko website en voer een upgrade uit van de module. |
Technische gegevens
- maximale belasting: 230 Vac – 16 A per kanaal
- schroefklemmen voor het aansturen van 3 standen: laag (eco), normaal of hoog
- 2 x 4 schroefklemmen voor 3 x 1,5 mm² of 2 x 2,5 mm² of 1 x 4 mm²
- afmetingen: DIN 2E
- schuifbrug voor verbinding naar volgende module op DIN-rail
- CE-gemarkeerd
- omgevingstemperatuur: 0 - 45°C