Controller
Beschrijving
De controller stuurt de Niko Home Control installatie aan op basis van de opgeslagen programmering.
Overzicht
Installatie
Aansluitschema
- De installatie mag niet onder netspanning staan.
- Bevestig de controller op een goed zichtbare plaats en zorg dat je gemakkelijk bij de RJ45-poort kunt.
1 Klik de controller op de DIN-rail, bij voorkeur onmiddellijk naast de voeding.
2 Bevestig vervolgens de overige modules op de rail. Werk van links naar rechts. Als de rail vol is of als je het maximaal toegelaten aantal van 12 modules per rail bereikt hebt, ga dan verder op de rail erboven.
3 Verbind de controller met de module ervoor. Schuif de schuifbrug van deze module naar rechts tot ze vastklikt in de controller. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
De installatie testen
Als de Niko Home Control installatie normaal functioneert, branden enkel de POWER-led van de voeding en de ETHERNET-led van de IP-module. De andere leds zijn gedoofd om energie te sparen. Als er zich een probleem voordoet, zet dan de installatie in TEST-mode om de status van de modules te controleren.
Om de installatie in TEST-mode te zetten, druk je op de TEST-knop. De STATUS-leds tonen de status van elke module en elke output.
Verlaat de TEST-mode door opnieuw op de TEST-knop te drukken. Je kunt ook twee minuten wachten tot de installatie vanzelf de TEST-mode verlaat.
De installatie manueel programmeren
Je kunt tijdelijk enkele basisfuncties manueel programmeren. Zo kun je de verlichting en de rolluiken uittesten of bedienen als de woning in aanbouw is.
Om de installatie manueel te programmeren:
1 Zet de installatie onder netspanning.
2 Druk op de TEST-knop en controleer of de STATUS-leds van alle modules oplichten.
3 Druk op de PROG-knop.
De PROG-led licht op. De controller staat in de manuele PROGRAMMEER-mode.
4 Druk op de actieknop waaraan je een output wilt toekennen.
5 Druk op de knop van het contact op de module dat je wilt schakelen. Op de dimmodule, bijvoorbeeld, druk je op knop één of knop twee.
6 Druk op de PROG-knop.
De PROG-led gaat uit. De controller verlaat de manuele PROGRAMMEER-mode. Herhaal stappen 3 tot 6 voor elke functie die je wilt programmeren.
- De manuele programmering wordt overschreven wanneer je de installatie programmeert via de computer.
- Zodra de installatie geprogrammeerd is via de computer, is geen manuele programmering meer mogelijk.
- Als je outputs manueel bedient via de knoppen op de modules, kan de controller je input op elk moment wijzigen.
De installatie programmeren
Programmeer de installatie als deze volledig is afgewerkt. Als je de installatie uitbreidt met bijkomende modules, moet je de installatie opnieuw programmeren.
Om de installatie te programmeren:
1 Zet de installatie onder netspanning.
2 Druk op de TEST-knop en controleer of de STATUS-leds van alle modules oplichten.
3 Sluit de computer aan op de controller via de RJ45-poort.
4 Start de programmeersoftware op en kies het project dat bij de installatie hoort.
5 Klik op “Realisatie” in de menubalk en volg de instructies op het scherm tot je alle programmeerstappen hebt doorlopen.
6 Koppel de computer los van de controller.
De programmering is opgeslagen in de controller. Bewaar een back-up op je computer en geef de bewoner een kopie.
Foutcodes
Als de module normaal functioneert, licht de STATUS-led enkel op in TEST-mode. Als er één of meerdere fouten optreden, gaat hij knipperen om de foutcode weer te geven van de fout met de hoogste prioriteit. Een overzicht van de foutcodes vind je in volgende tabel.
LED | ACTIE | FOUT | MOGELIJKE OORZAKEN |
STATUS-led | Knippert met één puls per twee seconden. | Softwarefout | Verkeerde softwareversie.* *Download de laatste versie van de software op de Niko website en voer een upgrade uit van de module. |
TEST-led | Geen foutcodes mogelijk. | Niet van toepassing | |
PROG-led | Geen foutcodes mogelijk. | ||
ETHERNET-led | Geen foutcodes mogelijk. |
Technische gegevens
- afmetingen: DIN 2E
- schuifbrug
- RJ45-poort voor communicatie over TCP/IP
- knop om manueel te programmeren
- ingebouwde geheugenchip
- CE-gemarkeerd
- omgevingstemperatuur: 0 - 45°C
- product volgens overspanningscategorie III en vervuilingsgraad II